Watervoorziening
Aquaducten
Geschiedenis
De Romeinen maakten talrijke aquaducten om water te transporteren naar steden en andere gebieden. Rome zelf had de meeste aquaducten, maar liefst elf, gebouwd over een periode van 500 jaar en onder de regering van 36keizers.
Deze aquaducten behoren tot de grootste technische prestaties van het oude Rome en behaalden een technische norm die zelfs in de 1000 jaar daarop niet werd geëvenaard. Vele steden,voornamelijk in Noord-Afrika, gebruiken nu nog de oude aquaducten voor hun watervoorziening.
De aquaduct
De totale lengte van de aquaducten voor de stad Rome wordt geschat tussen 420 en 500 km. Toch liep slechts 47 km hiervan bovengronds: de meeste Romeinse aquaducten lagen onder de grond. Deze ondergrondse bouw hielp om het water vrij van ziekte te houden (lijken van dode dieren mogen niet in het aquaduct terechtkomen en kunnen daar zo geen epidemieën veroorzaken) en hielp de aquaducten ook tegen vijandelijke aanvallen beschermen. Bovendien bleef het water in de grond lekker fris. Het langste Romeinse aquaduct was dat van Constandtinopel. Het op één na langste, het Zaghouan aquaduct, is waarschijnlijk 92,5 km lang. Het werd gebouwd in de 2e eeuw om Carthago (in het huidige Tunesië) te voorzien van voldoende drinkwater. Carthago lag op dat moment immers in een zeer droog en woestijnachtig gebied.
Controle
Op regelmatige afstanden werden controleputten en verluchtingsschachten ingebouwd. Deze kanalen waren meestal rechthoekig en voorzien van kleine "laddertjes", zodat zo iemand in het aquaduct zelf kon afdalen voor inspectie. Deze inspectie hield in: schoonmaken van het aquaduct, verkalking tegengaan en controle op lekkages of vernielingen. Afhankelijk van gebied en van waterhoeveelheid, waren deze zo'n 0,5 tot 2 meter breed en werden ze schoongemaakt (eigenlijk: geschuurd) met kalk. Daarna werd de kalk weggespoeld met water.
Technisch hoogstandje
Romeinse aquaducten waren uiterst verfijnd gebouwd. Zij werden gebouwd op zeer hoog technisch en wiskundig niveau, (bijvoorbeeld: de Pont du Gard) met een daling van slechts 34 cm per km. Het Romeinse aquaduct daalde gemiddeld verticaal slechts 17 m over een lengte van 50 km. Volledig door de zwaartekracht, konden zij grote hoeveelheden water erg makkelijk overbrengen. De Pont du Gard kon tot 20.000 m3 water per dag vervoeren, en de combinatie van alle aquaducten uit Rome vervoerde rond de 1 miljoen m3 water.
Dat Romeinse aquaducten technische en architectonische hoogstandjes waren, blijkt wel uit het feit dat de gebruikte technieken zelfs tot in onze tijd overleefd hebben. De huidige ingenieurs gebruiken gelijksoortige technieken om riolen en waterleidingen aan te leggen in moeilijk bereikbare gebieden, natuurlijk wel met vernieuwde materialen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb